Ingrediënten voor ca 20 stukken
Boter en bloem voor het invetten
300 g pure chocolade (minstens 70% cacao)
6 eieren
250 g zachte boter
250 g suiker
Zout
250 g bloem
50 g gemalen amandelen (amandelmeel)
2 tl bakpoeder
250 ml cognac of brandy
250 g abrikozenjam
100 g melkchocolade
1-2 el neutraal smakende olie (25 ml)
Evt. amandelschaafsel en cacao ter versiering
Satéprikker
Aluminiumfolie
1 vet een tulbandvorm (26 cm Ø) in en bestuif hem met bloem. Rasp 200 g pure chocolade fijn. Splits de eieren en zet het eiwit in de koelkast. Klop de boter, 200 g suiker en een snufje zout met de mixer tot een romige massa. Voeg de eierdooiers een voor een toe. Meng de bloem, het amandelmeel en het bakpoeder. Roer het met de gerapte chocolade door de botermassa.
2 klop het eiwit stijf, strooi er ondertussen geleidelijk 50 g suiker bij. Spatel in 2-3 porties door het deeg. Vul de vorm en strijk het geheel glad. Bak 50-60 minuten in een voorverwarmde oven (elektrisch 175 ̊C /hetelucht 150 ̊C/gas stand 2).
3 neem de taart uit de oven en laat hem ca 5 minuten afkoelen in de vorm. Maak hem voorzichtig los en plaats hem op een taartplateau of een groot bord. Steek de krans met een satéprikker op regelmatige afstanden in en bedruip met cognac.
4 verwarm de abrikozenjam en wrijf hem door een zeef. Bestrijk de taart ermee en laat 2-3 uur intrekken. Hak 100 g pure chocolade en de melkchocolade grof en smelt ze au-bain-marie met de olie. Laat iets afkoelen. Bestrijk de taart gelijkmatig met de chocolade en laat hem goed drogen.
5 wikkel de taart in aluminiumfolie en laat hem op een koele plaats 8-10 dagen intrekken. Bestrooi hem voor het serveren eventueel geroosterd amandelschaafsel en bestuif hem met cacao. Ook lekker met slagroom.
Bereidingstijd ca 1 uur
Baktijd 50-60 minuten
Afkoeltijd/droogtijd ca 7 uur
Wachttijd 8-10 dagen
Per stuk ca 420 calorieën
